Naar een Overijssels klimaatbeleid
Dit voorstel is ingediend op initiatief van de Partij voor de Dieren fractie, samen met de SP en Groenlinks. Na toezegging van de gedeputeerde is dit voorstel vooralsnog aangehouden.
Samenvatting
De Partij voor de Dieren, SP en GroenLinks vinden dat klimaatdoelstellingen dieper en breder verankerd zouden moeten worden in beleid, om ons voor te bereiden op een duurzame toekomst. Ook op regionaal niveau is dat noodzakelijk. Met dit initiatiefvoorstel vertalen we het klimaatakkoord van Parijs en de landelijke Klimaatwet naar de provincie Overijssel.
Inleiding
In het weekend van 12 en 13 december 2015 ondertekenden in Parijs meer dan 150 landen, na ruim twee weken onderhandelen door 40.000 afgevaardigden, het klimaatakkoord. Voor het eerst in de geschiedenis hebben 195 landen zich gecommitteerd aan het gezamenlijk reduceren van hun CO2e-uitstoot[1]. Een historische stap, al is het alleen al omdat de wereld eindelijk erkent wat de omvang van het probleem is en wat de ambitie om het op te lossen moet zijn. Dat is geen eindpunt, dat is pas het begin. En moet nu vertaald worden in doeltreffende actie, want met het huidige beleid warmt de aarde drie graden op.
De opwarming van de aarde moet beperkt blijven tot ruim beneden twee graden in 2100, met het streven naar anderhalve graad. Dat is cruciaal voor de poolgebieden, de koraalriffen en de bewoners van laagliggende eilanden en kustgebieden. De opname van anderhalve graad is een overwinning van de armste, kwetsbare landen. De afspraak is dat elke vijf jaar wordt geëvalueerd en plannen worden aangepast. De arme landen krijgen vanaf 2020 jaarlijks 100 miljard dollar om zich aan te passen aan de opwarming en maatregelen te nemen. Het Parijs-akkoord stelt als doel om een snelle afbouw van fossiele brandstoffen te realiseren en een overgang naar 100 procent duurzame energie voor 2050. En dat betekent ook doortastend beleid op regionaal niveau, zoals in Overijssel. President Obama zei niet voor niets in het openingswoord op de conferentie: “wij zijn de eerste generatie die iets van klimaatverandering merkt, en de laatste die er nog iets aan kan doen”[2].
Dat betekent dat we aan de slag moeten, met ongekende haast en urgentie, want klimaatverandering wacht niet op een akkoord en overeenstemming. In de twee weken dat de landen onderhandelden over het akkoord ging de uitstoot en vervuiling gewoon door. In Nederland hebben we gedurende de conferentie 865.753.424 kilo CO2[3] uitgestoten, verbrandden we 690.410.958 kilo aan kolen[4] (!) en verbruikten we 12.124.000 vaten olie[5]. Het is, in die zin, nog een lange weg naar een duurzaam Nederland.
Nieuwe initiatieven
Met een CO2e-uitstoot die wereldwijd hooguit stabiliseert enerzijds[6], en een steeds korter wordend tijdsframe waarin we de transitie kunnen maken anderzijds, is de bereidheid om te handelen overgeslagen van een kleine voorhoede naar mainstream. Dat lijkt logisch, er staan generaties op voor wie klimaatverandering geen abstractie meer is, maar een proces van hier en nu. Hierbij komt dat we steeds meer inzicht krijgen in de gevolgen van ons eigen handelen. Denk bijvoorbeeld alleen al aan de invloed die ons eetpatroon heeft. De klimaatdiscussie (‘wordt opwarming van de aarde veroorzaakt door de mens?’) loopt op haar einde, nu meer dan 99% van de onderzoeken over klimaatverandering deze stelling onderschrijft[7] - een paar volhardende sceptici daargelaten. En een (nieuwe) generatie politici voegt soms langzaam, soms met haast, daad bij woord met nieuw beleid en nieuwe voorstellen. Denk bijvoorbeeld aan de onlangs aangenomen motie voor de sluiting van kolencentrales in de Tweede Kamer. Het sluiten van het akkoord in Parijs zien we als exemplarisch voor bovenstaande omwenteling en hopelijk als begin van serieus wereldwijd klimaatbeleid.
Onder de nieuwe voorstellen valt ook de initiatief-Klimaatwet die definitief een einde maakt aan vrijblijvend duurzaamheidsbeleid. Duurzaamheidsdoelstellingen worden, mits het initiatief wordt aangenomen, voortaan de wet.
Of denk aan de invloed van de klimaatrechtzaak van Urgenda; daar waar de politiek niet langer het belang van haar burgers op dit gebied verdedigt, kunnen deze burgers voortaan zelf naar de rechter stappen en de politiek aansprakelijk stellen. Door middel van dit Overijsselse klimaatinitiatief doen we een voorzet om diezelfde duurzaamheidsdoelstellingen met dezelfde standvastigheid te verankeren in regionaal beleid.
Gevaren en kansen
Door de concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer dreigt een onomkeerbare opwarming van de aarde. Als de temperatuur meer dan twee graden Celsius stijgt ontstaat het risico op een gevaarlijke verandering van het klimaat, dat leidt tot extremer weer, meer bosbranden en overstromingen. Uit een onlangs gepubliceerde studie is zelfs aangetoond dat de afbraak van Arctische kappen nog sneller plaatsvindt dan gedacht[8]. De zeespiegel zal hierdoor een meter extra stijgen dan in eerdere berekeningen aangaven. De Amerikaanse overheid benadrukt in een overzicht over de gevaren van klimaatverandering ook vergrootte risico’s op verontreiniging, contaminatie van eten en drinken, en de fysieke en mentale gezondheid van kwetsbare groepen die in het geding komt[9]. Er zal ook meer droogte en schaarste van water en voedsel ontstaan, wat kan leiden tot onstabiele regio’s, ontwrichting en een flinke toename van klimaatvluchtelingen. Zo schatten studies in dat er, bij de huidige opwarming van de aarde, in 2050 150 miljoen klimaatvluchtelingen zijn[10], bijna drie keer zoveel als het totale aantal vluchtelingen in 2015[11]. Uit het Global Risks Report 2016 van het Wereld Economisch Forum blijkt bovendien dat klimaatverandering een significante bedreiging vormt voor de wereldeconomie[12].
Gaan we op dezelfde voet door, dan hebben we binnen 20 tot 25 jaar zoveel CO2e uitgestoten dat we over de maximaal toelaatbare wereldwijde grens heen gaan - ook wel ons koolstofbudget genoemd. Wereldwijd hebben we sinds het jaar 1800 driekwart van dit budget gebruikt - 225 biljoen ton van de 300 biljoen[13]. Daarmee wordt de opwarming van de aarde geschat op een toename van de temperatuur tussen de 3,4 en 5,6 graden Celsius, vergeleken met het pre-industriële tijdperk. Om een voorbeeld te geven welke impact dat kan hebben: een onlangs gepubliceerde studie waarschuwde voor temperaturen boven de zestig graden in de golfstaten[14].
Voor Overijssel zijn de gevolgen ook drastisch; de effecten van klimaatverandering zullen hier ook wel degelijk merkbaar zijn. Naast de toename en noodzaak van de opvang van het aantal klimaatvluchtelingen, zullen er ook directe fysieke gevolgen zijn, zoals hoosbuien, overstromingen, droogte en ander extreem weer. Zo is de verwachting dat de provincie te maken krijgt met zeer heftige regenbuien, die meer vragen van het absorberend vermogen van de grond in zowel de steden van Overijssel als in het buitengebied. Daarnaast krijgt Overijssel ook te maken met hogere waterstanden door meer water vanuit de rivieren, die als gevolg van de klimaatverandering worden voorspeld[15]. De provincie krijgt sinds kort steun vanuit het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie in de vorm van een Living Lab. Een mooi initiatief, maar naast inspelen op effecten van klimaatverandering, zal klimaatverandering natuurlijk vooral zoveel mogelijk voorkomen moeten worden.
In Het Parool stond onlangs het artikel: Een beter klimaat begint in de stad. Immers, in de woorden van de Wageningse hoogleraar Pier Vellinga, ‘daar waar de meeste mensen wonen, kun je de grote slagen slaan.’[16] Die slag wordt wereldwijd geschat op 3,7 gigaton CO2-besparing in 2030, als iedereen een tandje bijschakelt in de verduurzaming. Ook liggen er kansen voor energiebesparing bij bedrijven, in het aanleggen van warmtenetten voor gebruik van restwarmte voor verwarming van woningen, het opwekken van hernieuwbare energie in de provincie zoals met zonneakkers gecombineerd met dubbel ruimtegebruik, innovatie in hernieuwbare energie en daarmee gepaard gaande werkgelegenheid.
Maar het is niet alleen de dichtheid van de stad die kansen oplevert. Het is ook de slagkracht van het lokale niveau, zegt Jules Kortenhorst van de Amerikaanse energiedenktank RMI in hetzelfde artikel. Denk ook aan het verhogen van het waterpeil in veengebieden, waardoor minder broeikasgassen vrijkomen. Daarnaast is het ook in Overijssel van belang dat er wordt ingezet op een kleinere veestapel en een vermindering van de vleesconsumptie. Met een meer plantaardig voedselpatroon kunnen we veruit de snelste klimaatwinst boeken: als iedere Nederlander één dag in de week het vlees zou weglaten, levert dat dezelfde besparing op als wanneer we 1 miljoen auto ’s van de weg zouden halen.[17] De veehouderij stoot wereldwijd meer broeikasgassen uit dan al het verkeer en vervoer samen en levert daarmee een grote bijdrage aan de klimaatverandering. Het Planbureau voor de Leefomgeving[18] [19], de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid[20], het Internationale Klimaatpanel IPCC van de VN[21] adviseren dan ook dat er beleid moet komen om ons consumptiepatroon ter verduurzamen door minder dierlijke producten te eten. Een vermindering van de vleesproductie en –consumptie hoort dan ook in het pakket met maatregelen om klimaatverandering tegen te gaan. De provincie kan een belangrijke rol spelen bij de transitie van dierlijke naar meer plantaardige voeding door bijvoorbeeld campagnes te steunen die zich richten op een transitie naar een meer plantaardig voedingspatroon. Hier liggen ook kansen voor bijvoorbeeld melkveehouders die vanwege de lage prijzen willen stoppen, maar dat financieel niet kunnen. Zij kunnen overstappen op verbouw van groene eiwitten. Verschillende soorten peulvruchten kunnen in Nederland worden verbouwd, zoals erwten, kapucijners, witte bonen en lupine: een groene eiwittransitie als economische innovatie. Hier liggen in Overijssel grote kansen voor economisch herstel en vernieuwing van de agrarische sector; door het afremmen van de intensieve veeteelt.
Dreigende gevaren van klimaatverandering, maar ook grote kansen die voor het oprapen liggen; dat geeft Overijssel de plicht om alles in het werk te stellen voor een snelle transitie. Als verantwoordelijke overheid, samen met bedrijven, samen met burgers.
De Klimaatwet
Maar dan moeten we aan de slag. Want eerlijk is eerlijk; we hebben te weinig gedaan de afgelopen jaren. In de wereld, in Nederland en in Overijssel liggen we niet goed op schema om de duurzaamheidsdoelstellingen te halen.
Overijssel zet vol in op CO2 reductie door hernieuwbare energiebronnen. Landelijk is het aandeel hernieuwbare energie van het totale energieverbruik 5,6 procent in 2014[22]. In Overijssel is dit in 2015 7 procent[23], wat hoger ligt dan het landelijke aandeel. Maar helaas draagt de naar beneden bijgestelde ambitie om, in plaats van in 2020, 3 jaar later, in 2023 te komen tot 20% hernieuwbare energie, niet bij aan een snelle transitie. Er zal nog veel gedaan moeten worden om in 2050 over 100% duurzame energie te beschikken. Helaas ontbreken ook duidelijke duurzaamheidsdoelen naast de energiedoelstellingen: niet alleen CO2 uitstoot, maar alle broeikasgasemissies moeten naar beneden en dat bereik je niet door alleen te investeren in duurzame energie.
Hoewel de Partij voor de Dieren, SP en GroenLinks dus ook zeker aanknopingspunten vinden in het duurzaamheidsbeleid van het college, volstaat dit niet. Als Overijssel haar verantwoordelijkheid wil nemen, moet er een stevige schep bovenop. Er zijn voorbeelden te over van steden, provincies en landen die veel verder zijn dan wij. Denemarken en Duitsland willen bijvoorbeeld 40 procent CO2 reduceren voor 2020, Stockholm wekt momenteel 70 procent van de energie duurzaam op en heeft haar ambitie gezet op 100 procent uitstootvrij in 2040[24]. Het Deense eiland Samsø is geheel zelfvoorzienend, in Kopenhagen is het aardgas geheel vervangen door restwarmte en elektriciteit[25]. Ambitieuzere klimaatdoelstellingen zijn noodzakelijk, realistisch en haalbaar.
Eenzelfde ambitie komt naar voren in de initiatief-Klimaatwet die nu op de Haagse tafel ligt. De wet biedt een kader waarbinnen beleidsplannen uitgevoerd dienen te worden: het stelt het eindpunt vast en schetst de weg ernaartoe, maar vult het niet in. Dat eindpunt wordt gevormd door twee doelen in 2050: 95 procent minder uitstoot van CO2e en 100 procent duurzaam opgewekte energie. Het tussenstation is 2030, waarin we 55 procent minder CO2e mogen uitstoten. De wet is daaronder getrapt opgebouwd: onder de geschetste doelstellingen hangen vijfjaarlijkse klimaatplannen, die de doelen en acties schetsen voor de komende vijf jaar. Deze vijfjaarlijkse klimaatplannen zijn gesynchroniseerd met de vijfjaren rapportages uit de Parijs Klimaattop. Dit zorgt voor stabiliteit in het tot zover gemaakte beleid. Denk bijvoorbeeld aan subsidies op zonnepanelen, waarvan de voorwaarden in het verleden vaak zijn veranderd, wat zorgde voor verwarring en een afwachtende houding onder Nederlanders.
Onder het vijfjarenplan hangt de jaarlijkse klimaatbegroting, die de doelen per beleidsterrein voor dat jaar uiteenzet. Er zijn spelregels voor de jaarlijkse klimaatbegroting: doelstellingen mogen onderling, dus tussen ministeries, worden uitgewisseld, als de overkoepelende doelen maar gehaald worden, en als doelstellingen niet gehaald worden dan moet het ingelopen worden in het jaar daarna. De regering legt over de klimaatbegroting verantwoording af, net zoals over de financiële begroting.[26]
Het klimaatinitiatief
Partij voor de Dieren, SP en GroenLinks doen in dit initiatiefvoorstel de oproep om ook in Overijssel een vergelijkbaar initiatief te starten. Zo willen wij dat Overijssel zich minimaal aan dezelfde doelen houdt als opgesteld in de landelijke Klimaatwet. Dat betekent het overnemen van de lange termijn doelen voor 2030 en 2050. Ook vragen wij om ook in Overijssel vijfjaarlijkse klimaatplannen te maken voor het terugdringen van broeikasgassen, energiebesparing en de toename van het aandeel duurzame energie.
Als er een Klimaatwet bestaat, wat moeten we in Overijssel dan ook nog met een klimaatinitiatief? Als de doelstelling 100 procent duurzaam opgewekte energie in 2050 geldt voor heel Nederland, dan moet dat ook gelden voor Overijssel. Dat is waar. Maar strijden tegen klimaatverandering doe je niet alleen op landelijk niveau. Ook lokaal en regionaal moet er een hoop gebeuren om de doelstellingen te halen. Het is belangrijk dat de provincie laat zien dat zij dit initiatief omarmt en mede mogelijk wil maken. Overijssel kan zo een leidende rol spelen; een voorbeeldfunctie vervullen voor andere provincies.
Ook op het niveau van de provincie moeten we ons aan de duurzaamheidsdoelstellingen uit de Klimaatwet houden. Deze doelstellingen zijn breder en ambitieuzer dan de huidige energie- en CO2doelstellingen, en dat is noodzakelijk. Na de uitspraak in de zaak Urgenda heeft Nederland en dus ook de provincie Overijssel de plicht meer inspanning te leveren om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Het kabinet bereidt nu extra maatregelen voor om de doelstelling van de zaak van Urgenda te halen. Overijssel moet hetzelfde gaan doen. Dat zal onvermijdelijk gevolgen hebben voor de begroting.
Daarnaast vragen wij Overijssel op provinciaal niveau vijfjarige klimaatplannen op te stellen, die voortvloeien uit de doelstellingen van de Klimaatwet. Ook dient er een ‘klimaatbegroting’ voor het komende jaar opgesteld te worden. Deze wordt besproken tezamen met de financiële begroting.
De klimaatbegroting houdt in dat alle Overijsselse portefeuillehouders eigen CO2e-doelstellingen krijgen en de plicht om jaarlijks te rapporteren over de besparingen op de eigen portefeuilles. Zo moet er in kaart worden gebracht waar de kansen liggen. De portefeuillehouder Energie en Milieu is niet de enige portefeuillehouder die de provincie moet verduurzamen, maar moet een coördinerende rol spelen in het college van Gedeputeerde Staten. Zo krijgt Overijssel een integraal duurzaamheidsbeleid. In de bijlage is een conceptverordening opgenomen als voorbeeld hoe het lokale klimaatinitiatief eruit komt te zien.
De provincie moet niet alleen een voorbeeldfunctie zijn voor andere provincies, maar ook voor de bedrijven en de inwoners van Overijssel. Omdat we volledig verantwoordelijk zijn voor de provinciale organisatie, kunnen we ook daar strengere doelstellingen hanteren. Daarom willen wij een 100 procent uitstootvrije en 100 procent duurzame provinciale organisatie in 2030.
Duidelijkheid
De Klimaatwet biedt, zoals hierboven al geschetst, een duidelijk kader waar binnen gehandeld kan worden. Het biedt stabiliteit door lange termijndoelen en het vijfjarenplan, maar ook flexibiliteit, doordat het iedere vijf jaar opnieuw wordt vastgesteld en nieuwe technologische ontwikkelingen kunnen worden ingebouwd. En het maakt klimaatdoelstellingen duidelijk zichtbaar en controleerbaar, door de jaarlijkse klimaatbegroting. De synchronisatie met de vijfjaren rapportage van de Parijs Klimaatovereenkomst zorgt ervoor dat de plannen zijn afgestemd op het grote geheel.
Met een vertaling van de Klimaatwet naar regionaal niveau nemen we dezelfde systematiek over. Daarmee wordt het klimaatbeleid verankerd in ieder onderdeel van provinciaal beleid - wat we terug zien in de klimaatbegroting en de voorjaars-klimaatnota. Prudent klimaatbeleid wordt daarmee even vanzelfsprekend als prudent financieel beleid. Dergelijk klimaatbeleid kent dus ook baten en lasten, een overzicht van uitgaven (uitstoot) en ontvangsten (mitigerende omstandigheden) en een CO2e begin- en eindbalans. Het dwingt tot secuur kijken, en echt nadenken wat duurzamer kan, met ambitieuze maar concrete doelen, met een duidelijk plan, met jaarlijkse planning en controle. Als er één provincie het goede voorbeeld kan geven is het wel Overijssel. Laten we die mogelijkheid met beide handen aangrijpen.
Besluitpunten
Met het aannemen van dit klimaatinitiatief stemt Provinciale Staten in met het zo snel mogelijk uitvoeren van de volgende punten:
- 1. Overnemen van de doelstellingen uit de initiatief-Klimaatwet: 95 procent minder CO2e-uitstoot en 100 procent duurzame opgewekte energie in Overijssel in 2050. In 2030 stoot de provincie 55 procent minder CO2e uit;
- 2. Opstellen van vijfjarige klimaatplannen, die voortvloeien uit de doelstellingen van de Klimaatwet;
- 3. Aansluiten bij het rapportageritme van de Parijse Overeenkomst;
- 4. Verankeren van de doelstellingen uit de Klimaatwet binnen iedere portefeuille van het college, met een uitwerking per programma;
- 5. Deze doelstellingen per portefeuille jaarlijks uitwerken in een klimaatbegroting, deze wordt net zoals de financiële begroting voorgelegd aan Provinciale Staten en na uitvoer ter verantwoording eveneens voorgelegd aan Provinciale Staten;
- 6. Deze opgave ten aanzien van de provinciale organisatie vorm te geven door een doelstelling van 100 procent minder CO2e-uitstoot door de provinciale organisatie in 2030.
Lia van Dijk Harry Broekhuis Robert Jansen
Partij voor de Dieren SP GroenLinks
Voorbeeld van provinciale klimaatverordening Provincie Overijssel
Hoofdstuk 1 – Begripsbepalingen
…
Hoofdstuk 2 – Taakstelling
- 1. Het provinciale beleid voorziet in het onomkeerbaar stapsgewijs terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen in onze provincie ten opzichte van de uitstoot in 1990, en wel volgens de volgende reductietaakstellingen:
- a. Een vermindering met ten minste 55 procent per 1 juli 2030;
- b. Een vermindering met ten minste 95 procent per 1 juli 2050.
Hoofdstuk 3 – Klimaatbegroting
- 3. Het college van Gedeputeerde Staten zendt jaarlijks – uiterlijk op [ … ] en ieder met betrekking tot de inspanningen op zijn of haar portefeuille-onderdelen - aan de leden van Provinciale Staten de ontwerp-opgave van de reductietaakstelling voor het komende jaar. Alsmede de taakstelling voor het aandeel duurzame energie, de energiebesparing en vleesvermindering.
- 4. De portefeuillehouder Energie en Milieu stelt nadere regels waaraan de in het vorige artikel bedoelde ontwerpopgave dient te voldoen.
- 5. Op basis van de ontvangen ontwerp-opgave stellen de portefeuillehouder Energie en Milieu de portefeuillehouder Financiën de Klimaatbegroting voor het komende jaar op.
- 6. De Klimaatbegroting wordt tezamen met de programmabegroting ter vaststelling aangeboden aan de Provinciale Staten conform artikel 216 van de Provinciewet.
- 7. Indien in enig jaar de reductietaakstelling niet wordt gehaald, wordt de omvang van de taakstelling voor de betreffende portefeuillehouder de daaropvolgende twee jaren tezamen verhoogd met de betreffende onderschrijding, tenzij anders overeengekomen wordt met Provinciale Staten.
- 8. Elk van de leden van het college van Gedeputeerde Staten draagt zorg voor het treffen van al die maatregelen die nodig zijn om aan de taakstellingen die voortvloeien uit deze verordening te voldoen. Deze taakstellingen worden vastgelegd en uitgewerkt in dat onderdeel van de programmabegroting waarvoor de betreffende portefeuillehouder verantwoordelijk is.
- 9. De leden van het college van Gedeputeerde Staten zijn daarbij gehouden aan de in het Klimaatplan voorgestelde basismaatregelen met, in voorkomend geval, aanvullende maatregelen, tenzij het treffen van een of meerdere andere maatregelen aantoonbaar hetzelfde resultaat bereikt zal worden.
- 10. De portefeuillehouder Energie en Milieu biedt op de uit artikel 6 voortkomende datum een Klimaatbegroting aan. Daarin wordt opgenomen:
- - Beschouwingen over de geboekte resultaten op de taakstellingen in de voorafgaande periode;
- - Beschouwingen over de betekenis van de voor het komende jaar voorgestelde Klimaatbegroting voor de provincie en haar ingezetenen;
- - Beschouwingen over de nationale ontwikkelingen met betrekking tot de klimaatproblematiek;
- - Beschouwingen over de te verwachten ontwikkelingen in het provinciale beleid met betrekking tot de klimaat- en energieproblematiek en andere daarmee samenhangende ontwikkelingen voor de hierop volgende vier jaar.
- 11. Het college legt na afloop van een begrotingsjaar verantwoording af over het, op basis van de klimaatbegroting, gevoerde beleid en over de effectiviteit daarvan.
Hoofstuk 4 – Aard van de normering
- 12. De reductietaakstellingen bedoeld in deze verordening gelden als grenswaarden en bepalen de maximum hoeveelheid broeikasgas, uitgedrukt in Megaton CO2e, die in de betreffende periode in Overijssel mag worden uitgestoten en welk maximum niet mag worden overschreden.
Hoofdstuk 5 – Klimaatplan
- 13. Het college stelt eenmaal in de vijf jaar – voor het eerst in het jaar van de inwerkingtreding van deze verordening – een provinciaal Klimaatplan op.
- 14. Het plan bevat de hoofdzaken van het door het college binnen de in artikel 2 vastgelegde grenzen te voeren klimaat- en energiebeleid en is gericht op de realisering van de bij of krachtens deze verordening vastgestelde jaarlijkse taakstellingen.
- 15. Het klimaatplan geeft met het oog op de bij en krachtens deze verordening vastgelegde taakstellingen richting aan de te treffen maatregelen. Ook wordt richting gegeven aan maatregelen die naar verwachting in de daaropvolgende vijf jaar te treffen zijn. Alle maatregelen passen steeds in een duurzame ontwikkeling.
- 16. Het college betrekt bij de voorbereiding van het Klimaatplan de meest belanghebbende bestuursorganen, instellingen en organisaties.
- 17. Op de voorbereiding van het Klimaatplan is de AWB van toepassing.
Hoofdstuk 6 – Slotbepalingen
Deze verordening wordt aangehaald als: de Klimaatverordening
Ter inzage gelegd
De leden van de Provinciale Staten van Overijssel
[1] Met CO2e uitstoot wordt bedoeld CO2 equivalente uitstoot. Alle broeikasgassen kunnen worden teruggerekend naar C02 equivalent. https://www.ipcc.ch/publications_and_data/ar4/syr/en/mains2-1.html.
[2] Obama citeerde overigens weer een uitspraak van een gouverneur: https://www.whitehouse.gov/the-press-office/2015/11/30/remarks-president-obama-first-session-cop21
[3] Op basis van cijfers 2014 http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/natuur-milieu/publicaties/artikelen/archief/2015/lagere-uitstoot-broeikasgassen-in-warm-2014.htm
[4] http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/industrie-energie/publicaties/artikelen/archief/2015/steenkoolverbruik-kwart-hoger.htm
[5] Op basis van cijfers 2014, pag. 9
[6] http://www.trouw.nl/tr/nl/13110/Klimaatverandering/article/detail/3907868/2015/03/16/Wereldwijde-CO2-uitstoot-vlakt-voor-het-eerst-in-veertig-jaar-af.dhtml, overigens steeg de co2 uitstoot door de kolencentrales in Nederland:
http://www.volkskrant.nl/buitenland/co2-uitstoot-nederland-daalde-terwijl-economie-groeide~a4203878/
[7] It’s now a ruling paradigm, as much an accepted fact in climate science as plate tectonics is in geology and evolution is in biology, zegt J.L. Powell, die de 99.9% onderzocht. Zie J. L. Powell, ‘Comment on “Quantifying the consensus on anthropogenic global warming in the scientific literature”’, in: Environmental Research Letters (Los Angeles, 2015). Te vinden o.a. hier http://www.jamespowell.org/index.html
[8] http://www.knmi.nl/over-het-knmi/nieuws/ijssmelt-antarctica-in-volgende-eeuw-rampzalig
[9] https://health2016.globalchange.gov/
[10] Deze en meer beangstigende schattingen oa in EJF, No Place Like Home - Where next for climate refugees? Environmental Justice Foundation (London 2009), 14.
[11] Een onvoorstelbaar aantal van bijna 60 miljoen mensen is momenteel op de vlucht. http://www.unhcr.nl/home/artikel/1cc1385fbd54b5e585d8a12cbdcbe9c1/unhcr-waarschuwt-dat-de-wereld-afgli.html
[12] The Global Risks Report 2016, 11th Edition, World Economic Forum. http://www3.weforum.org/docs/GRR/WEF_GRR16.pdf
[13] Kijk voor een mooie animatie over het koolstofbudget op deze site van De Volkskrant: http://static1.volkskrant.nl/static/nmc/red/frameset/2015/koolstofbudget/
[14] http://www.hpdetijd.nl/2015-10-29/60-graden-in-2070-hoe-lang-zijn-de-golfstaten-nog-bewoonbaar/
[15] https://www.knmi.nl/over-het-knmi/nieuws/ipcc-effecten-klimaatverandering-steeds-duidelijker
[16] Bart van Zoelen, ‘Een beter klimaat begint in de stad’, Het Parool, 28 november 2015.
[17] http://www.meatthetruth.nl/download/besparingstabel.pdf
[18] http://www.pbl.nl/nl/publicaties/2008/Vleesconsumptie-en-klimaatbeleid
[19] http://www.pbl.nl/nieuws/nieuwsberichten/2014/minder-vlees-eten-levert-forse-klimaatwinst-op
[20] http://www.wrr.nl/fileadmin/nl/publicaties/PDF-Rapporten/WRR_rapport_93_Naar_een_voedselbeleid_web.pdf
[21] http://www.ipcc.ch/report/ar5/ , zie voor Nederlandse uitleg: http://www.kijkmagazine.nl/nieuws/ipcc-pleit-minder-vlees-zuivelconsumptie/
[22] http://www.compendiumvoordeleefomgeving.nl/indicatoren/nl0385-Verbruik-van-hernieuwbare-energie.html?i=9-53
[23] http://www.overijssel.nl/over-overijssel/cijfers-kaarten/milieu-en-energie/milieu-energie/opwekking-hernieuwba/
[24] http://www.ipcc.ch/report/ar5/ , zie voor Nederlandse uitleg: http://www.kijkmagazine.nl/nieuws/ipcc-pleit-minder-vlees-zuivelconsumptie/
[25] Marijn Bosman en Jan Paternotte, ‘Je kunt best rechts zijn en groen tegelijk’, NRC Next, maandag 27 juli 2015
[26] Zie voor een uitgebreide uitleg over de Klimaatwet: Voorontwerp voor een klimaatwet, memorie van toelichting, onder andere hier: http://www.pvda.nl/data/sitemanagement/media/Memorie-van-toelichting%20Klimaatwet.pdf
Voor