Vragen over aanwijzing werk­parken Tech­no­lo­gybase Twente


Indiendatum: mrt. 2018

Aan de voorzitter van Provinciale Staten van Overijssel

Het college/de Commissaris van de Koning wordt verzocht de volgende artikel 59-vragen schriftelijk te beantwoorden:

In 2016 heeft PS de Gebiedsvisie Technologybase Twente (TBT) vastgesteld. Kort geleden is het bestemmingsplan voor dit gebied vastgesteld. Het is onze fractie opgevallen dat in de tussentijd de ‘werkparken’ (lees: het evenemententerrein) van ondernemer Van Eck zijn aangewezen als ontwikkelingsgebied in het kader van de Crisis en Herstelwet (15e tranche). Wij hebben hierover de volgende vragen:

1. Waarom zijn, naast het gebied van Luchthaven Twente (Plangebied Noord), de werkparken van Van Eck aangewezen als ontwikkelingsgebied? Door wie is dit aangevraagd?

2. Waar zijn de plannen voor deze aanwijzing/aanvraag voor ontwikkelingsgebied terug te vinden in de door PS vastgestelde Gebiedsvisie TBT?

3. Waar ligt de bevoegdheid van PS inzake het besluit over een ontwikkelingsgebied?

4. Waarvoor is de extra milieuruimte nodig die met de aanwijzing/aanvraag voor ontwikkelingsgebied wordt verkregen? Voor welke activiteiten en voor welke uitstoot?

5. Wat betekent deze milieubelasting voor het naastgelegen natuurgebieden de Lonnekerberg en Lonnekermeer (N2000)?

6. Waarom wordt in de Aerius berekening uitgegaan van een industrieterrein, milieucategorie 4.2, terwijl dit een evenemententerrein betreft? Welk effect heeft deze keuze op de ontwikkelingsruimte die voor dit gebied wordt gereserveerd in de PAS?

Indiendatum: mrt. 2018
Antwoorddatum: 28 mrt. 2018

Hierbij beantwoorden wij uw vragen van 16 maart 2018 over de aanwijzing werkparken nabij Technology Base Twente.

Vraag 1

Waarom zijn, naast het gebied van Luchthaven Twente (Plangebied Noord), de werkparken van Van Eck aangewezen als ontwikkelingsgebied? Door wie is dit aangevraagd?

Op 10 november 2016 heeft ons college samen met de colleges van B&W van de gemeenten Enschede en Dinkelland een verzoek ingediend bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu (nu: Infrastructuur en Waterstaat) om de gebieden waar vormen van bedrijvigheid bestemd worden, aan te wijzen als Crisis- en herstelwet-ontwikkelingsgebied. Hierin zijn alle gebieden meegenomen waar verschillende vormen van bedrijvigheid (waaronder leisure/evenementen) beoogd zijn. De ontwikkelingen hebben met elkaar gemeen dat ze stikstofemissies genereren (vooral door voertuigen van bezoekers en/of werknemers) die relevant zijn in het kader van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) (zie ook het antwoord op vraag 4). Wij zien de herontwikkeling van de voormalige vliegbasis als een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente(n) en provincie.

Vraag 2

Waar zijn de plannen voor deze aanwijzing/aanvraag voor ontwikkelingsgebied terug te vinden in de door PS vastgestelde Gebiedsvisie TBT?

Het voornemen van de aanvraag tot ontwikkelgebied is niet opgenomen in de gebiedsvisie Technology Base Twente en was op het moment van vaststelling ook nog niet voorzien. De aanvraag is daarom van latere datum dan de vaststelling van de gebiedsvisie. De aanwijzing als ontwikkelgebied stelt ons in staat om samen met onze partners de ambities in de door uw Staten vastgestelde gebiedsvisie te verwezenlijken.

Vraag 3

Waar ligt de bevoegdheid van PS inzake het besluit over een ontwikkelingsgebied?

De minister van Infrastructuur en Waterstaat wijst ontwikkelingsgebieden als bedoeld in de Crisis- en herstelwet aan. De minister doet dit via een Algemene maatregel van bestuur (het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet). Provinciale Staten hebben in deze procedure geen bevoegdheid.

Vraag 4

Waarvoor is de extra milieuruimte nodig die met de aanwijzing/aanvraag voor ontwikkelingsgebied wordt verkregen? Voor welke activiteiten en voor welke uitstoot?

De aanmelding van een prioritair project met een provinciaal belang binnen het PAS is een provinciale bevoegdheid. De totale lijst met prioritaire projecten is opgenomen als bijlage bij de Regeling natuurbescherming. Deze regeling is vastgesteld door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De aanvraag tot ontwikkelingsgebied vergt geen extra milieuruimte, maar maakt het mogelijk om de gereserveerde ontwikkelingsruimte voor het prioritaire project over een langere tijdsperiode te verzekeren.

Uit het aanmeldingsformulier:

"De realisering van voornoemde activiteiten leidt tot een toename van stikstofdepositie. Toename van stikstofdepositie moet getoetst worden aan het PAS. Binnen de PAS is het luchthaventerrein als prioritair project opgenomen. Dit betekent dat ontwikkelingsruimte voor activiteiten op het luchthaventerrein is verzekerd.

Echter, de huidige PAS-periode loopt van juli 2015 tot juli 2021. Binnen deze periode kunnen niet alle voorziene activiteiten op het luchthaventerrein gerealiseerd worden; het ontwikkeltempo wordt bepaald door de marktvraag. Randvoorwaardelijk voor het succes van de gebiedsontwikkeling is een langjarig ontwikkelperspectief voor de investeerders in het gebied (ver voorbij 2021).

Om die reden is een vereiste dat ontwikkelingsruimte langjarig verzekerd is. De enige mogelijkheid om de milieugebruiksruimte voor wat betreft stikstof te optimaliseren en langjarig beschikbaar te hebben, is het aanmerken van het plangebied als ontwikkelingsgebied als bedoeld in artikel 2.3 van de Crisis- en herstelwet. Immers, in een bestemmingsplan voor een ontwikkelingsgebied kan op grond van artikel 19km lid 1 onder c van de Nbwet op voorhand PAS-ontwikkelingsruimte worden toegedeeld aan de planologische mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt (deze mogelijkheid is ook opgenomen onder de Wet Natuurbescherming; zie artikel 2.7, lid 1, onder c van het Besluit Natuurbescherming). Hiermee zijn de voorziene activiteiten niet afhankelijk van een kortere PAS-periode van 6 jaar."

Omdat in plangebied Noord en in de werkparken - binnen de kaders van de door uw Staten vastgestelde gebiedsvisie - een organische ontwikkeling is voorzien, kan niet vooraf aangegeven worden welke vorm van bedrijvigheid zich waar gaat ontwikkelen.

Vraag 5

Wat betekent deze milieubelasting voor het naastgelegen natuurgebieden de Lonnekerberg en Lonnekermeer (N2000)?

De milieubelasting op de omgeving en op alle relevante Natura2000-gebieden (waaronder het Lonnekermeer) is door de provincie voor het luchthavenbesluit en door de gemeenten voor de bestemmingsplannen meegenomen in het milieueffectrapport (MER) en de plantoelichtingen. In beide bestemmingplannen (Noord en Midden) wordt in hoofdstuk 5, paragraaf 4 (natuur), gebruikmakend van diverse ecologische effectstudies en -Aeriusberekeningen, ingegaan op de gevolgen van de milieubelasting voor de natuurgebieden. Er is aangegeven dat de uitvoering van de bestemmingsplannen geen negatief effect zal hebben op de instandhoudings-doelstellingen van de omliggende Natura 2000-gebieden.

Vraag 6

Waarom wordt in de Aerius berekening uitgegaan van een industrieterrein, milieucategorie 4.2, terwijl dit een evenemententerrein betreft? Welk effect heeft deze keuze op de ontwikkelingsruimte die voor dit gebied wordt gereserveerd in de PAS?

Dit is een afweging van de gemeente Enschede. Hetgeen door de gemeenteraad van Enschede is vastgesteld, past binnen de gereserveerde ruimte voor het prioritaire project. In het bestemmingsplan is de voorwaarde opgenomen dat niet meer ontwikkelingsruimte kan worden toegedeeld dan totaal beschikbaar is voor het prioritaire project.

Gedeputeerde Staten van Overijssel

Interessant voor jou

Rondvraag ingesloten reeën evenemententerrein Twente Airport

Lees verder

Vragen: Paasvuren dodelijk voor dieren

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer