Vragen: Paasvuren dodelijk voor dieren


Indiendatum: apr. 2018

Aan de voorzitter van Provinciale Staten van Overijssel,

Elk jaar op eerste en tweede paasdag worden in veel plaatsen in Overijssel paasvuren aangestoken. Omdat de stapels snoeihout – sommige worden tientallen meters hoog – over een periode van enkele weken of maanden worden opgebouwd, bestaat er een gerede kans dat beschermde diersoorten zich daarin vestigen.

Aangenomen dat deze vestiging mogelijk of zelfs waarschijnlijk is, is het in brand steken van deze paasvuren zonder voorafgaand onderzoek risicovol. Wanneer hierbij beschermde diersoorten omkomen of nesten of voortplantingsplaatsen of rustplaatsen worden vernield, kan gesteld worden dat de Wet natuurbescherming (Wnb) is overtreden. Zonder veel twijfel kan dan ook worden gesteld dat aan het opzetvereiste is voldaan. Het risico op het doden of vernielen wordt aanvaard bij het aansteken van het vuur en daarmee bestaat voorwaardelijk opzet.

Het college wordt verzocht de volgende artikel 59-vragen schriftelijk te beantwoorden:

1. Is GS met ons van mening dat bij het in brand steken van een grote stapel snoeihout die in enkele weken of maanden is opgebouwd mogelijk beschermde diersoorten omkomen of nesten of voortplantingsplaatsen of rustplaatsen worden vernield?

2. Hoe beoordeelt GS de huidige praktijk van de grote paasvuren in het licht van de zorgplicht van artikel 1.11 Wnb?

3. Is GS met ons van mening dat het risico op het doden of vernielen wordt aanvaard bij het aansteken van het vuur en dat daarmee aan het opzetvereiste is voldaan en er aldus sprake zou zijn van een overtreding van de Wet natuurbescherming?

4. Is GS van mening dat er in deze gevallen gronden bestaan voor een ontheffing of vrijstelling? Zo ja, welke gronden?

5. Heeft GS een ontheffing of vrijstelling verleend voor een of meerdere paasvuren die op 1 of 2 april 2018 zijn aangestoken? Zo ja, voor welke paasvuren?

6. Zijn er bij de provincie verzoeken gedaan om handhavend op te treden in het kader van de Wet natuurbescherming in relatie tot de paasvuren? Zo ja, wat is hiermee gedaan?

7. Is GS bereid na te denken over het stellen van regels aan paasvuren waarmee kan worden voorkomen dat de Wet natuurbescherming wordt overtreden?

Indiendatum: apr. 2018
Antwoorddatum: 19 apr. 2018

Vraag 1

Is GS met ons van mening dat bij het in brand steken van een grote stapel snoeihout die in enkele weken of maanden is opgebouwd mogelijk beschermde diersoorten omkomen of nesten of voortplantingsplaatsen of rustplaatsen worden vernield?

De kans op het doden van beschermde diersoorten of vernielen van nesten, voortplantingsplaatsen of rustplaatsen is zeer klein, omdat:

• diersoorten de stapel snoeihout meestal vanzelf verlaten voordat het vuur wordt ontstoken. Dit geldt zowel voor snoeihout die in enkele weken of maanden is opgebouwd. Dat heeft te maken met de combinatie van de regelmatige activiteiten bij de stapel voor het opbouwen van het paasvuur. Ook de aanwezigheid van publiek voorafgaand aan het afsteken van het paasvuur zorgt voor veel onrust waardoor dieren weg gaan van de stapel hout;

• paasvuren soms jaren achtereen worden opgebouwd op dezelfde locaties, vaak in akkers of weilanden in een relatief open landschap. In open landschappen is de veelheid aan diersoorten beperkt.

Vraag 2

Hoe beoordeelt GS de huidige praktijk van de grote paasvuren in het licht van de zorgplicht van artikel 1.11 Wnb?

Het ontsteken van paasvuren is op zichzelf geen overtreding van artikel 1.11 van de Wnb. In de huidige praktijk dient de initiatiefnemer voldoende zorg te nemen voor beschermde diersoorten bij het in brand steken van de grote paasvuren.

Vraag 3

Is GS met ons van mening dat het risico op het doden of vernielen wordt aanvaard bij het aansteken van het vuur en dat daarmee aan het opzetvereiste is voldaan en er aldus sprake zou zijn van een overtreding van de Wet natuurbescherming?

Op deze vraag is niet zonder meer een antwoord te geven. Of er sprake is van het opzetvereiste is afhankelijk van de acties die de initiatiefnemer heeft genomen. Er is geen sprake van een overtreding indien de initiatiefnemer zich ervan gewist dat het aansteken van het vuur geen gevolgen voor beschermde diersoorten heeft.

Vraag 4

Is GS van mening dat er in deze gevallen gronden bestaan voor een ontheffing of vrijstelling? Zo ja, welke gronden?

Zowel voor een ontheffing als voor een vrijstelling biedt de Wet natuurbescherming in dit geval geen basis. Er is geen wettelijk belang waarop een dergelijk besluit genomen kan worden.

Vraag 5 en 6

5. Heett GS een ontheffing of vrijstelling verleend voor een of meerdere paasvuren die op 1 of 2 april 2018 zijn aangestoken? Zo ja, voor welke paasvuren?

6. Zijn er bij de provincie verzoeken gedaan om handhavend op te treden in het kader van de Wet natuurbescherming in relatie tot de paasvuren? Zo ja, wat is hiermee gedaan?

Wij hebben geen ontheffing of vrijstelling verleend en er zijn geen verzoeken tot handhaving van de Wet natuurbescherming gedaan in relatie tot de paasvuren.

Vraag 7

Is GS bereid na te denken over het stellen van regels aan paasvuren waarmee kan worden voorkomen dat de Wet natuurbescherming wordt overtreden?

Het stellen van regels aan paasvuren behoort niet tot de onze bevoegdheid. Burgemeester en wethouders kunnen bij hun besluitvorming natuuraspecten mee wegen.

Gedeputeerde Staten van Overijssel

Interessant voor jou

Vragen over aanwijzing werkparken Technologybase Twente

Lees verder

Reptielen Sallandse Heuvelrug

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer