Bijdrage Perspec­tiefnota 2023: Algemene Beschouwing


6 juli 2022

Voorzitter,

Mijn algemene beschouwing op de perspectiefnota is de laatste algemene beschouwing van 14 algemene beschouwingen op de laatste perspectiefnota van deze Statenperiode. Een goed moment en misschien ook wel laatste kans om iets te doen, maar wat is dat iets?

Toen ik ging zitten om mijn bijdrage voor te bereiden, was ik vast van plan om het te gaan hebben over de grote problemen op het gebied van natuur, klimaat en water. Over het gebrek aan politieke wil om de noodzakelijke keuzes te maken en welke maatschappelijke gevolgen dat nu heeft. Over de noodzaak om nu eindelijk in actie te komen. Om en passant nogmaals uit te leggen hoe deze problemen in belangrijke mate worden veroorzaakt door de vee-industrie. Dat een substantiële krimp van de veestapel onvermijdelijk is.

En toen ging ik nadenken over welke echte politieke keuzes wij - Provinciale Staten, het bestuur en hoogste orgaan van provincie Overijssel – eigenlijk gemaakt hebben in de afgelopen drie jaar op het gebied van natuur, klimaat en water. En toen kon ik tot mijn schrik eigenlijk weinig bedenken.

Waar we heel goed in zijn, is het nemen van besluiten over processtappen. En ja, besluiten over de uitgave van vele miljoenen – dat is gemakkelijk genoeg. Maar zelf een echte keuze maken op een moeilijk dossier, dat doen we als PS eigenlijk nooit. Echte politieke keuzes, keuzes die een beetje pijn doen, die gaan we liever uit de weg. Of die schuiven we door.

Om dit te illustreren zou ik het kunnen hebben over de herziening van de omgevingsverordening - waar we goed begonnen met discussie over de 4 toekomstpanorama’s, maar na een beetje gemopper vanuit de gemeenten zijn we ook daar in procesbesluiten geschoten, met als direct gevolg dat de nieuwe omgevingsvisie niet meer deze Statenperiode wordt vastgesteld – zoals wel de bedoeling was.

Maar het duidelijkste voorbeeld is natuurlijk het stikstofdossier.

Voor zover dat nog niet voor iedereen duidelijk was, werd in mei 2019 – dus helemaal aan het begin van de huidige Statenperiode – met de uitspraak van de RvS volstrekt helder dat we hier een groot probleem hebben. Een probleem op een terrein – de natuurwetgeving – waar wij als provincie bevoegd gezag zijn. En een probleem met grote maatschappelijke gevolgen.

Maar besluiten hierover werden initieel vooral voorbereid in IPO-verband, buiten het zicht van PS. En toen in oktober 2019 de trekkers hier op de stoep stonden, werden de nieuwe beleidsregels door GS onder druk van het protest weer ingetrokken. Ook weer zonder tussenkomst of zelfs overleg met PS. Dit leidde vervolgens tot veel boosheid in deze zaal. Niet omdat die beleidsregels voor extern salderen van tafel gingen – dat hele extern salderen was juridisch een slecht onderbouwd idee, zoals GS uiteindelijk ook zelf moest concluderen – maar omdat we wel aanvoelden dat daar de relevantie van onze Staten in het geding was.

Maar, voorzitter, wat deden we toen de rust was weer gekeerd? Toen gingen we zitten wachten op het Rijk. De echte keuzes hebben we vervolgens verlegd naar gebiedsprocessen, zonder daar een heldere opdracht of opgave aan mee te geven. En zo verstreek de tijd. En nu 3 jaar later, discussiëren we nog steeds over het effect van ammoniak op de natuur, of over de betrouwbaarheid van het Aerius model. En vooral over de doelen. Zo bezien zijn we weinig opgeschoten.

Zelfs op een onderwerp waar een grote politieke meerderheid voor lijkt te zijn, namelijk de problematiek van de PAS-melder, hebben we als PS drie jaar lang geen echte politieke keuze durven maken. En uiteindelijk wordt ook hierin onze hand geforceerd door rechterlijke uitspraken. En dan wordt het zelfs een hamerstuk.

Dat laat zien dat we – als we willen – prima brede consensus vinden op het stikstofdossier. Dat bleek ook twee weken geleden in de commissie toen we bewust – weg van de polarisatie – gezocht hebben naar de verbinding. Maar nu, onder druk van boerenprotesten, lijkt het toch weer te moeilijk om die gezamenlijkheid te vangen in een breed gesteunde motie. We zullen het vandaag gaan zien.

Voorzitter, ik rond af met een simpele wens voor de komende periode, voor de laatste maanden op weg naar nieuwe verkiezingen. Mijn wens is dat we als Staten in deze periode alsnog het lef vinden om enkele moeilijke, maar hoogstnoodzakelijke knopen door te hakken. In het Fundament voor de omgevingsvisie, is het perspectief voor de landbouw. Ik hoop dat we nog deze Statenperiode een concreet besluit zullen nemen om de stikstofemissie in onze provincie substantieel te verlagen. Zelf. Als PS. Als bestuur en hoogste orgaan van de provincie Overijssel. Omdat het moet, omdat het onvermijdelijk is en omdat we dit allang weten.

Want, voorzitter, als we als politiek nu weer zwichten voor de veehouderij, dan zou dat niet zomaar een volgende nederlaag zijn voor de natuur. Als we nu weer door de knieën gaan, dan doen we in feite afstand van het idee dat wij het zijn die – als gekozen volksvertegenwoordigers – onze provincie besturen.

Dank u wel

Interessant voor jou

Bijdrage Statenvoorstel Biomassa

Lees verder

Bijdrage Duidingsdebat 2023

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer