Inter­pel­latie debat intrekken beleids­regels stikstof


16 oktober 2019

Eerste termijn

Voorzitter,

Ik zou graag beginnen met me – via u – kort te richten tot de publieke tribune. Allereerst wil ook ik iedereen hier vandaag van harte welkom heten. Ik begrijp volledig het grote ongenoegen dat er heerst bij veel boeren. En het is ook helemaal terecht dat het protest zich richt tegen de politiek. Want, voorzitter, het is de politiek die van het stikstofdossier een enorme puinhoop heeft gemaakt. Hierin valt de boeren niets te verwijten. Ik wil ook zeggen dat onze boeren het volste recht hebben om te protesteren. Het was een indrukwekkende manifestatie hier maandag. Het recht om te protesteren is een grote verworvenheid van onze democratie.

Maar, voorzitter, hoe wij als provinciebestuur vervolgens reageren op zo’n protest, dat is de vraag die hier vandaag voorligt. Want voorzitter, ik wil hier graag de woorden herhalen van de Commissaris van de Koning, dhr. Paas, afgelopen maandag in Groningen als reactie op het boerenprotest bij het provinciehuis: “Het is een groot misverstand dat je door geweld of door dreiging met geweld je zin makkelijker kunt krijgen. Zo hoort het niet te gaan in een democratie. Zo hoort het niet te gaan in een rechtsstaat.”

Voorzitter, ik had graag gewild dat woorden van vergelijkbare strekking waren gesproken hier in Zwolle.

In plaats daarvan koos het college ervoor om – na een aanvankelijk bewonderenswaardig optreden van gedeputeerde ten Bolscher in een wiebelig bakje, hoog boven een menigte boze boeren – om overstag te gaan onder de druk van het protest.

Voorzitter, de overheid draagt het zwaard niet vergeefs. Maar als wij, de overheid, het openbaar bestuur, als wij door de knieën gaan onder druk van een de situatie die wel eens uit de hand zou kunnen lopen, en zelfs als we alleen maar die indruk wekken, dan leggen we dat zwaard bij de wortel van de democratie.

Toen ik maandagmiddag aankondigde een motie van wantrouwen te overwegen appte collega Kerkhof van 50Plus me het volgende: “Maar kijk even wat er nu in Groningen gebeurt. Had je dat soms liever gehad?”

Voorzitter, natuurlijk willen we hier geen taferelen zoals in Groningen. Maar stel dat hier ook een deur was gesneuveld en stel dat hier ook met hooi was gegooid, maar het college was hier níet voor gezwicht, dan was onze democratie, dan was onze rechtstaat tenminste ongeschonden gebleven.

Voorzitter, ik weet dat ik uw college hiermee een zwaar verwijt maak. En dat verwijt, voorzitter, dat treft ook u. Ik begrijp volledig uw zorg voor de openbare orde en veiligheid, maar voorzitter, uw primaire taak, uw belangrijkste verantwoordelijkheid is het bewaken van onze democratie en het beschermen van de integriteit van ons bestuur. Ik snap de afweging die u hierin heeft moeten maken wel – en ik wil hier niet beweren dat ik in uw positie een andere keuze zou hebben gemaakt – maar dat neemt niet weg dat ik ben van mening dat het niet de juiste keuze is. Nee, dat het een fundamenteel onjuiste keuze is.

Want, voorzitter, ook die openbare orde en veiligheid is uiteindelijk met dit besluit niet gediend. Dhr. Jan Brouwer, directeur van het Centrum voor Openbare Orde en Veiligheid, zegt het zo: “In Nederland zie je het maar weinig dat op zo’n korte termijn wordt toegegeven aan demonstranten. Iets van tafel halen op grond van eenzijdig verzet is een nieuw fenomeen en onverstandig. Dit is vragen om verdere acties.”

En dan, voorzitter, komen we bij de hamvraag. Is dit college nog te vertrouwen als het wordt geconfronteerd met een protest tegen haar beleid. Of gaat dit college voortaan overstag bij elke tegendruk van boeren met trekkers of tijdens elk gesprek met LTO?

Mijn vragen aan het college zijn deze. Wat heeft zich afgespeeld in het betreffende uur tussen het moment dat gedeputeerde ten Bolscher uit het bakje stapt en het moment dat hij meedeelt dat de beleidsregels zijn ingetrokken? En in welke mate heeft de dreiging dat de situatie buiten het provinciehuis zou kunnen escaleren een rol gespeeld in de beslissing om de beleidsregels voor landbouw in te trekken?

Voorzitter, ik heb voor vandaag twee moties voorbereid: een motie van wantrouwen en een motie van treurnis. En laat ik duidelijkheid geven hoe ik daarmee om wil gaan.

Als we van het college eerlijk antwoord krijgen op onze vragen, met daarbij een reflectie op het gebeurde en als het college ons ervan kan overtuigen dat dit besluit een ongelukkige eenmalige uitzondering betreft, dan kunnen we volstaan met een motie waarmee we de gang van zaken betreuren.

Als we echter zo'n verhaal krijgen over vertrouwen en samen oplossen, zoals gedeputeerde ten Bolscher maandagmiddag op rtvOost gaf, dan heeft hij misschien wel het vertrouwen van LTO herwonnen, maar dan heb ik er geen vertrouwen in dat dit college tegen LTO op kan. Dan rest mij geen andere keus dan een motie van wantrouwen tegen dit college in te dienen.

Voorzitter, ik rond af.

Het zou een groot misverstand moeten zijn dat je door geweld of door dreiging met geweld je zin makkelijker kunt krijgen. Zo hoort het niet te gaan in een democratie. Zo hoort het niet te gaan in een rechtsstaat. Zo hoort het niet te gaan in Groningen. En zo hoort het niet te gaan in Overijssel. De beantwoording van het college zal bepalen of ik er vertrouwen in heb dat dit college in staat is om deze fundamentele waarden te verdedigen.

Dank u wel

Interrupties

Tweede termijn

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Bijdrage Monitor 2019-I

Lees verder

Bijdrage Lithium Werks

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer