Amen­dement Begroting Inheemse plan­ten­soorten

Ondergetekende stelt de volgende wijzigingen voor in het Ontwerpbesluit Statenvoorstel

Begroting 2024-2027 (PS23-001127):

I.

Toe te voegen een nieuw beslispunt 3:

Incidenteel € 150.000 vanuit de vrije ruimte in de algemene reserve te bestemmen voor

een investeringssubsidie voor kleinschalige kwekerijen voor autochtone (streekeigen)

bomen en struiken en deze middelen toe te voegen aan prestatie 3.5.5.

II.

Beslispunt 1b te wijzigen in:

b. De mutaties op het budgettair perspectief met inachtneming van beslispunt 3.

Toelichting

Met de bossenstrategie wil de provincie tot 2030 10% extra bos in Overijssel aanleggen. Dit

betekent dat er in de provincie 3.900 hectare bos bijkomt. Dit zijn ruim 17,5 miljoen bomen.

Daarnaast is er nog de ambitie voor meer ‘houtige elementen’ in het landschap, zoals

houtwallen, singels, hagen en solitaire bomen.

Voor deze ambities is de komende jaren veel plantmateriaal nodig. Dit plantmateriaal is nu

voornamelijk (Europees) inheems plantmateriaal en komt voor een belangrijk deel uit

kwekerijen in Zuidoost-Europa of uit geïmporteerd zaad. Op die manier krijgen nieuw

aangeplante bossen een niet-autochtone genetische achtergrond. Terwijl de juiste

(autochtone) genetische achtergrond van groot belang is om de subtiele ecologische relaties

niet te verstoren. Een voorbeeld is het tijdstip van uitlopen van een boom of struik dat in de

pas loopt met het uitkomen van eitjes van vlinders. Een aangeplante (Europees) inheemse

boom waarvan het zaad uit Zuidoost-Europa komt, loopt weken vroeger uit dan een

autochtone boom waardoor de jonge rups het geschikte jonge bladstadium misloopt.

Daarnaast hebben autochtone populaties door natuurlijke selectie zich kunnen aanpassen aan

lokale groeiomstandigheden, vorstperiodes, ziekten en plagen. Op dit moment bestaat nog

maar 3 tot 5% van onze bossen en landschapselementen uit autochtone bomen en struiken.

Het is daarom van belang dat er de komende jaren meer autochtoon (streekeigen)

plantmateriaal beschikbaar komt. Het opzetten van kleinschalige kwekerijen voor autochtone

bomen en struiken vraagt hogere aanloopkosten voor o.a. het verkrijgen van de juiste zaden.

Met een investeringssubsidie kan een tegemoetkoming worden gegeven voor deze hogere

opstartkosten. Met het voorgestelde bedrag kunnen 2 à 3 kwekerijen worden opgestart.