Partij voor de Dieren wil af van afschot­beleid ganzen in Over­ijssel

Zwolle - De Partij voor de Dieren wil diervriendelijke methoden voor het tegengaan of voorkomen van overlast van ganzen. Het middel dat de provincie nu inzet - afschot - biedt geen structurele oplossing en is onnodig, want er zijn genoeg diervriendelijke alternatieven.

Dat het afschieten van ganzen niet het gewenste effect heeft, is al eerder gebleken uit onderzoek van Sovon Vogelonderzoek Nederland. Ondanks afschot, neem de ganzenpopulatie juist toe. Bovendien leidt afschot tot een pijnlijke dood voor ganzen: 36% van de dieren leeft met hagel in het lichaam. De Partij voor de Dieren vraagt de provincie Overijssel te kijken naar alternatieven.

Van ganzen is bekend dat jacht leidt tot nieuwe populaties, groepsvorming en verhoogd energiegebruik door vluchtgedrag. Deze drie effecten verhogen juist de schade die ganzen kunnen veroorzaken. Sovon concludeert ook dat er zomerpopulaties zijn ontstaan, doordat aangeschoten winterganzen die niet meer terug konden vliegen.

De landinrichting in Nederland heeft bovendien een aantrekkende werking op ganzen. Het platteland is veranderd van weilanden met vogels en koeien, in een groene graswoestijn van Engels Raaigras. Door overbemesting en landbouwgif overleeft er bijna niets in deze monocultuur, behalve de gans. Lia van Dijk, Statenlid voor de Partij voor de Dieren in Overijssel: "We creëren een waar ganzenparadijs en roepen hierdoor de overlast over onszelf af. Het grote aantal ganzen dat zich nu in Overijssel bevindt, is een rechtstreeks gevolg van de enorme schaalvergroting in de vee-industrie.”

Structurele oplossingen liggen volgens de Partij voor de Dieren dan ook in de inrichting van de ruimte en gebruik van diervriendelijke verjaagmethoden. De provincie zou zich in moeten zetten om rust- en foerageergebieden in te richten en ganzen van schadegevoelige velden te verjagen met anti-ganzen draad of volautomatische lasersystemen. Het steeds weer grootschalig afschieten van deze vogels is wreed en leidt niet tot minder schade aan gewassen.