Bijdrage begroting Over­ijssel 2017


10 november 2016

Voorzitter,

De Partij voor de Dieren is voorstander van een sluitende begroting: niet méér uitgeven dan wij hebben maar ook: niet méér consumeren dan er is en niet méér beslag op de aarde leggen dan wij ons kunnen veroorloven ten opzichte van anderen - nu en in de toekomst.

Onze economie drijft op een illusie: het gevaarlijke geloof in het bestaan van oneindige groei. En dat is een fundamentele denkfout: oneindige economische groei op een planeet die niet meegroeit is simpelweg onmogelijk.

Groeicijfers gaan nooit over het waardevolste op aarde: bomen, planten, wilde dieren, soortenrijkdom. Het gaat alleen over geld en economisch belang. Dit menscentrale denken waarbij de focus ligt op de kortermijnbelangen van de eigen soort vormt een bedreiging voor het algemeen belang. Zo komen kwetsbare waarden, diegenen die geen stem hebben of wiens stem niet gehoord wordt steeds in de verdrukking. Dat laat de armoe van onze huidige samenleving zien: geld is een doel op zich geworden, al het andere wordt daaraan ondergeschikt gemaakt. Zo ook in deze begroting. Wat betreft de natuur in Overijssel legt GS de focus op samenhang met economische groei. Volgens de Partij voor de Dieren heeft natuur een intrinsieke waarde, waar geen prijskaartje aan te hangen valt.

Terwijl vorige maand bekend werd dat we goed op schema liggen bij het uitroeien van ongeveer tweederde deel van de wildsoorten op aarde, (Living Planet Report 2016, WNF) moet volgens deze begroting een sterke economie wel samen gaan met onze natuur, of wat er nog van over is. Ondertussen verliezen we in Overijssel niet alleen biodiversiteit, we verliezen ook veel boeren. Zij moeten onder de kostprijs produceren en gaan gebukt onder een grote schuldenlast. Het belang dat wordt gehecht aan de productie van vlees en zuivel vanwege de export, verblindt ons voor de negatieve maatschappelijke gevolgen die ermee gepaard gaan. Een landbouweconomisch systeem dat vastgelopen is door grootschaligheid en intensivering, wat uitputting van land veroorzaakt, gigagebruik van gif en kunstmest met tegelijkertijd enorme mestoverschotten. Voorstanders schermen altijd met de economische belangen van de agrarische sector. Tienduizenden banen werd hier al eens gesuggereerd. Maar is dat wel zo? De werkelijkheid is dat de werkgelegenheid (landelijk) in de veesector amper 0,2% van het totaal bedraagt en de veesector alleen, dus zonder landbouw en visserij, nog geen 2% van het BBP uitmaakt. Terwijl de maatschappelijke kosten die door de sector veroorzaakt worden aanzienlijk groter zijn dan die 2%.

Met het onlangs vastgestelde Agro&Food programma gaan we dit niet oplossen. De SER, nota bene aangevoerd door oud-VVD Kamerlid Ed Nijpels, concludeert in haar rapport ‘Versnelling duurzame veehouderij’ dat versneld ingrijpen in de huidige veehouderij noodzakelijk is. Volgens de SER is het essentieel om alleen de voorhoede van duurzame veehouderijen, ca. 30% van het totaal, die onder andere dierenwelzijn, volksgezondheid, voedselveiligheid en innovatie het hoogst in het vaandel hebben staan, gericht te versterken en te ondersteunen. De rest van de sector is onhoudbaar en moet in staat worden gesteld te stoppen, concludeert de SER. Dat betekent dus dat we onze energie daarin moeten leggen en niet om koste wat het kost moeten proberen de overige 70% op de been te houden. De SER is evenals de Partij voor de Dieren van mening dat een krachtige regierol voor de overheid is weggelegd om de verduurzaming van de landbouw eindelijk ter hand te nemen. Vele adviesorganen hebben de noodklok al geluid: het Planbureau voor de Leefomgeving, de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en nu ook de SER. Graag horen wij hoe GS hierover denkt en welke rol zij ziet weggelegd om deze regierol te nemen.

Terug naar de begroting. Wanneer we beleidsdoel 3.1 bekijken, “Behoud van natuur- & landschapskwaliteiten en van de verscheidenheid aan dieren & planten door bescherming en beheer”, zien we dat GS het weer presteert om dit te koppelen aan economische ontwikkeling. Wat er over blijft van dit beleidsdoel in deze begroting is angstvallig weinig. Daarom komen wij met de motie biodiversiteit, het dictum luidt:

roepen GS op om

  • Specifieker aandacht te besteden aan biodiversiteit in de P&C-stukken;
  • Om biodiversiteit te vertalen in een indicator en daarmee meetbaar maken en recht doen aan het vierde speerpunt van GS: 'Behoud van de verscheidenheid van dieren en planten'.

Op 1 januari 2017 worden we verantwoordelijk voor de natuur in onze provincie. De Wet Natuurbescherming staat in december op de agenda van PS en dan zullen de Overijsselse besluiten vallen. De Partij voor de Dieren wil daarom alvast een aantal voorschotten in de begroting voor de Wet Natuurbescherming. Het eerste voorschot kost geen geld: wij zien graag een aanvulling: dat de natuur voor mensen beleefbaar én dat de natuur voor dieren leefbaar is. Want daar ontbreekt het nogal eens aan. Helaas vallen er ondanks allerlei maatregelen toch nog te veel verkeersslachtoffers onder de wilde dieren, en tevens zijn er noodlijdende dieren door andere ongelukkige omstandigheden, veelal door toedoen van menselijke aard. Voor deze noodlijdende dieren vraagt onze fractie aandacht in de begroting.

De Dierenbescherming halveert in 2017 de tegemoetkoming voor vele dierenambulances in de provincie, en in 2018 stopt deze subsidie helemaal. Gemeentes subsidiëren veelal slechts een marginaal percentage van de ritten van de Dierenambulance voor dieren in nood, en meestal niet voor alle diersoorten. Gezien de nieuwe Wet Natuurbescherming krijgt de provincie ons inziens tevens een verantwoordelijkheid in het vervoer van gewonde en zieke dieren. Dat is het tweede voorschot wat wij van GS vragen: een tegemoetkoming voor de dierenambulance in de provincie voor het vervoer van zieke en gewonde wilde dieren. Hier dienen wij een motie voor in, ik lees het dictum voor: verzoeken GS:

  • In kaart te brengen welke financiële tekorten er zijn bij dierenambulances voor noodhulp aan en vervoer van zieke en gewonde, in het wild levende dieren in de provincie Overijssel;
  • De mogelijkheden te onderzoeken voor het instellen van één meldpunt voor vervoer en noodhulp in de provincie Overijssel, en de financiële consequenties daarvan;
  • Voorafgaand aan de bespreking van de Wet Natuurbescherming, PS te informeren over de tekorten bij dierenambulances, zodat PS in staat zullen zijn aan deze provinciale verantwoordelijkheid invulling te geven.

Het derde voorschot gaat over de opvang van de zieke en gewonde wilde dieren. Voorzitter, behalve vogelopvang en een aantal particuliere initiatieven is die opvang er nauwelijks in de provincie. De regels die er zijn ten aanzien van de opvang van wilde dieren worden steeds strenger. Vrijwilligers raken uitgeput, de diverse particuliere initiatieven kunnen het hoofd nauwelijks boven water houden en het geld is altijd een enorm probleem. Een recentste voorbeeld is de opvang in Enschede van Stichting Dierensteunpunt Oost Twente die de noodklok luidt. Daarnaast is de betrokkenheid van inwoners van de provincie bij natuur en dieren groot, zoals maar weer blijkt uit het burgerinitiatief tegen de hobbyjacht. Geen opvang van gewonde en zieke wilde dieren kan toch niet de bedoeling zijn als je als provincie per 1 januari verantwoordelijk wordt voor natuurbeheer. Daarom vraagt de Partij voor de Dieren tevens om een begroting voor een tegemoetkoming ten behoeve van dierenopvangcentra in de provincie Overijssel, waar zieke en gewonde dieren kunnen worden opgevangen. Als de intentie er is om deze dieren op te vangen, moet het vinden van financiering hiervoor niet moeilijk zijn gezien het om relatief geringe bedragen gaat, in verhouding tot andere programmaonderdelen. Hiervoor komen wij met de motie waarin wij GS verzoeken:

  • In kaart te brengen waar de verschillende categorieën van in het wild levende dieren op dit moment terecht kunnen in de Provincie Overijssel;
  • Te onderzoeken hoe hulp voor in het wild levende dieren in nood beter beschikbaar kan worden gemaakt om zodoende een goede opvang van noodlijdende dieren te kunnen waarborgen;
  • Op basis daarvan, voor de bespreking van de Nieuwe Wet Natuurbescherming, in beeld te brengen hoe een dekkende opvang voor noodlijdende dieren in de provincie Overijssel te realiseren.

Tot slot, voorzitter: de mens is de enige soort op aarde die zijn eigen leefomgeving en die van andere levende wezens vernietigt. Het menscentrale denken dat hieraan ten grondslag ligt, is niet alleen slecht voor dier, natuur en milieu en klimaat maar uiteindelijk ook voor de mensen zelf. Pas als dit college het aandurft om het menscentrale denken los te laten en de provincie Overijssel te bezien vanuit een ander perspectief, één die dieren, natuur en milieu centraal stelt, dan wordt onze provincie pas écht een provincie die welvaart in ruime zin bewerkstelligt!

Want, voorzitter een euro kun je inderdaad maar één keer uitgeven, en hetgeen onze aarde ons en toekomstige generaties te bieden heeft ook.

Voorzitter, ik dank u wel.

Lia van Dijk
Partij voor de Dieren

Interessant voor jou

Bijdrage Gebiedsvisie Technology Base Twente

Lees verder

Bijdrage Omgevingsverordening

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer