Bijdrage Omge­vings­ver­or­dening


7 december 2016

Voorzitter,

Het doel van de Wet Natuurbescherming is natuurlijk het beschermen van de natuur. Maar met deze verordening wordt de Wet Natuurbescherming gebruikt om de landbouw te beschermen tegen de natuur en tegen dieren. Want dit zijn de besluiten die voorliggen: in plaats van maatregelen om de ongunstige staat in natuurgebieden te herstellen, wordt nog meer natuurvernieling door de landbouw mogelijk gemaakt. Ook wordt een hele reeks dieren vogelvrij verklaard en blijft het doden van dieren voor de lol toegestaan.

We hebben ambitie nodig. Ambitie om te komen tot een goede basisbescherming van de natuur met actief natuurherstel ten behoeve van biodiversiteit. De Partij voor de Dieren stelt voor om die ambitie uit te spreken en ook provinciale natuurgebieden en landschappen aan te wijzen ter bescherming en een programma vast te stellen om bepaalde diersoorten in een gunstige staat van instandhouding te brengen. Daarom hierover een amendement genaamd actieve natuurbescherming (1).

De natuur heeft meer bescherming nodig dan de intensieve landbouw. Er is nog maar 15% van de biodiversiteit over en klimaatverandering zal dieren en planten verder onder druk zetten. Natuurgebieden zuchten onder de stikstof uit de landbouw en het platteland is een groene woestijn van overbemeste grasvlakten vol landbouwgif. Met voorliggende verordening wordt in de hele provincie het bemesten bij Natura2000 gebieden zonder vergunning toegestaan, daarom komen wij met het amendement Niet bemesten zonder vergunning (2) om dit artikel te schrappen omdat bemesting significant negatieve effecten op N2000 heeft. De Partij voor de Dieren betwijfelt sowieso of dit juridisch wel mag.

Om te voorkomen dat er misverstanden ontstaan over het vellen van geknotte populieren of wilgen dienen wij het amendement Houtopstanden in (3) zodat deze beschermd kunnen worden.

De nieuwe Wet natuurbescherming geeft Provinciale Staten de taak om regels te stellen voor de faunabeheereenheid en het faunabeheerplan. De Partij voor de Dieren wil het faunabeleid hervormen door het evenwichtiger, efficiënter en diervriendelijker te maken. Want dat is hard nodig, voorzitter. Het doden van dieren moet altijd maatwerk zijn en als laatste redmiddel worden ingezet. Neem nu vrijstellingen. Vrijstellingen zijn grofmazige instrumenten die ook ingezet kunnen worden als er geen dreigende schade is. Kortom, een vogelvrijverklaring. De vrijstelling is geen laatste redmiddel en het doden van dieren hoort dus niet onder een vrijstelling te vallen. Daar dient de Partij voor de Dieren het amendement Geen dodelijke vrijstellingen (4) voor in.

Wij zijn tevens van mening dat de roek niet onder een vrijstelling moet vallen om ze te doden gezien de dalende trend van het aantal broedvogels en omdat afschot niet in verhouding staat tot de schade die ze veroorzaken Daarom dienen wij het amendement Geen vrijstelling roeken (5) in.

Voorzitter, sinds 2014 heeft Overijssel, in tegenstelling tot andere provincies, geen rustgebieden meer voor ganzen en smienten. Ook de Beleidsregel natuur voorziet niet in rustgebieden voor ganzen; de functie van rustgebieden is van belang om begrazing van ganzen buiten deze gebieden te verminderen, en dus ook het voorkomen van schade, door ganzen hier niet te verjagen. Daarom dienen wij het amendement Rustgebieden voor ganzen en smienten (6) in.

De kosten van de faunabeheereenheid bedragen gemiddeld al € 160.000 per jaar en toch neemt faunaschade toe. Het aantal dieren dat jaarlijks zinloos wordt doodgeschoten met toestemming van de provincie neemt ook schrikbarend toe. Dit systeem werkt niet, afschieten werkt niet en de faunabeheereenheid moet veranderen.

Wij pleiten voor het aanpassen van de samenstelling van het bestuur van de FBE, om tot een meer evenwichtig bestuur te komen. Wij stellen voor dat maatschappelijke organisaties met 2 zetels in het bestuur komen. De PvdA zal hiervoor met een amendement komen.

In aanvulling hierop moet de intrinsieke waarde van elk individueel dier in het faunabeheerplan worden opgenomen. Hiermee wordt voor de FBE duidelijk hoe zij dieren moeten waarderen bij het schrijven van de faunabeheerplannen. Dit staat als doelbepaling in de wet en hoort dus ook thuis in de verordening. Het is te makkelijk om dat impliciet te laten. Daarom het amendement Intrinsieke waarde van het dier (7) waarin de intrinsieke waarde als doelbepaling wordt voorgeschreven voor een faunabeheerplan.

Ook de term duurzaam beheer behoeft een sluitende definitie in deze verordening. Daarom het amendement Definitie Duurzaam beheer (8). Het gaat hier om het geheel van preventieve maatregelen, zoals niet-dodende verjaagmethoden, het weren van dieren en het aanpassen van het landschap.

Voorzitter, in artikel 7.8 worden de eisen genoemd waaraan het FBP in ieder geval moet voldoen. Artikel 7.8.4 betreft populatiebeheer en schadebestrijding. In dit artikel ontbreekt de eis dat ook moet worden onderbouwd waarom preventieve (diervriendelijke) maatregelen niet als bevredigend kunnen worden beschouwd. Als er een minder ingrijpende maatregelen voorhanden is, zou er geen ontheffing moeten worden verleend voor meer ingrijpende maatregelen. Ook betekent het dat het middel waarvoor ontheffing wordt aangevraagd, zelf wel tot een oplossing moet leiden. Daarom zou op zijn minst moeten worden aangetoond in hoeverre de gevraagde handelingen significant effectiever zijn dan preventieve middelen en in hoeverre de gevraagde handelingen tot een (structurele) oplossing leiden. Daarom dienen wij het amendement Onderbouwing effect preventieve middelen in FBP (9) in.

Voorzitter, de plezierjacht is nog steeds toegestaan. Provinciale Staten zou minimaal enkele voorwaarden behoren te stellen aan de jacht, conform de bedoeling van de wet. Alleen jacht toestaan indien dit maatschappelijk nuttig en noodzakelijk is. Het college is echter vergeten de voorwaarden die wel gelden voor ontheffingen en vrijstellingen op te nemen voor de jacht. Deze omissie willen wij graag herstellen middels een amendement: Geen jacht zonder noodzaak (10).

Ook ontbreekt nog een beschrijving van de maatregelen die door jachthouders en de wildbeheereenheid worden getroffen indien, als gevolg van de in het faunabeheerplan beschreven jacht, de redelijke stand van het aanwezige wild of de aanwezige wildsoorten negatief wordt beïnvloed. Dit herstellen wij wederom graag met het amendement: Beschrijving maatregelen FBP bij negatieve beïnvloeding wildstand jacht (11).

Voorzitter, de Partij voor de Dieren stelt voor om een integrale afweging van de kosten en baten van de maatregelen in het faunabeheerplan te eisen. Stel dat, om 1000 euro schade te voorkomen er 10.000 dieren moeten worden afgeschoten. Al zijn er geen alternatieven en blijkt het middel effectief, dan is afschot niet proportioneel. Wij moeten voorkomen dat marginale verbeteringen de belangen van dieren ernstig aantasten. Gedeputeerde Staten kan zelf deze maatschappelijke baten en lasten per diersoort afwegen. Dat staat echter nog niet in de verordening, dus deze taak stellen wij voor om bij het college onder te brengen middels amendement Integrale afweging kosten en baten maatregelen faunabeheerplan (12).

Voorzitter, ik dank u wel.

Lia van Dijk
Partij voor de Dieren

Interessant voor jou

Bijdrage begroting Overijssel 2017

Lees verder

Bijdrage Burgerinitiatief Stop de Hobbyjacht

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer