Bijdrage kaderstelling natuurbeleid
Voorzitter,
Ik heb gemerkt dat veel van de collega statenleden positief zijn over de nieuwe koers die het college voorstelt voor het provinciale natuurbeleid. De fractie van de Partij voor de Dieren is dat niet.
Om dit uit te leggen is het goed om te beginnen bij de wettelijke basis van een provinciale natuurvisie. De Wet natuurbescherming, die sinds 1 januari van dit jaar van kracht is, schrijft voor dat wij als Provinciale Staten een natuurvisie vast moeten stellen. En de wet geeft ook aan uit welke hoofdlijnen een provinciale natuurvisie moet bestaan. Kort samengevat zijn er vier onderdelen: één verplichte hoofdlijn en drie optionele – in de wet staat dan: “ingeval de provincie dat van belang acht”.
De verplichting is dat de natuurvisie beleid bevat gericht op het behoud en en versterken van de biodiversiteit. En als we dat willen kunnen in de natuurvisie ook beleid opnemen voor:
1. Herstel van bedreigde soorten
2. Behoud van waardevolle landschappen, en
3. Versterken van de belevingswaarde van natuur en landschap.
En als we daartegenover het voorstel van het college zetten, wat zien we dan?
1. De betekenis van natuur voor mensen centraal stellen
2. Niet alleen beschermen, maar het beleid verbreden naar beleven en benutten van de natuur door mensen
3. Het begrip natuur verbreden
4. Mensen en natuur meer verbinden
5. Spanning tussen economie en natuur verminderen
6. Binding van mensen met het landschap versterken
7. Robuuste condities creëren voor natuur
Dus wat zegt de wet: 1. Beschermen, 2. Actief soortenbeleid, 3. Behoud waardevolle landschappen en 4. Versterken belevingswaarde.
En wat zegt dit voorstel: 1. Mensen, 2. Mensen, 3. Begrip natuur verbreden, 4. Mensen, 5. Economie, 6. Mensen en 7. Soortenbeleid.
Dit is in essentie waarom wij niet blij zijn met het voorliggende voorstel. De natuurvisie zou volgens ons – en ook volgens de wet – moeten gaan over de belangen van de natuur en de dieren die daar in leven. Dit voorstel gaat over mensenbelangen.
De gedeputeerde gaf in de commissievergadering weliswaar aan dat beschermen altijd voor gaat – het is immers een wettelijke taak – en dat de intrinsieke waarde van natuur de kern is, maar wij lezen dit absoluut niet in de voorliggende kaderstelling.
Voorzitter, wellicht zou de gedeputeerde aan kunnen geven waar we in dit statenvoorstel kunnen lezen dat beschermen altijd voor gaat?
Nee, de kaders voor de natuurvisie zoals die nu voorliggen en de daarbij uitgewerkte impressie van het provinciale natuurbeleid in het Natuurkompas Overijssel zijn volgens onze fractie onvoldoende gericht op het behoud en versterken van de natuur en biodiversiteit en grijpen onvoldoende de mogelijkheid aan voor meer actieve soortenbescherming. In plaats daarvan zijn er nu kaders opgesteld vanuit het idee dat er teveel regels zijn – de natuur als hindermacht - en dat we meer moeten gaan beleven en benutten.
Natuur is leuk totdat het in de weg zit, totdat het een belemmering is voor economische ontwikkelingen. Het college wil de de synergy tussen economie en natuur versterken om zo de economische waarde van de natuur duidelijk te maken. Ik vind dit een hele rare benadering, alsof nu ineens de natuur nog zou moet aantonen dat de ze waarde voor ons heeft. Dat geeft eigenlijk alleen maar aan wat een enorme blinde vlek we hebben. Het gaat nu nog over de laatste stukjes natuur, die zwaar onder druk staan door onze economische activiteiten. We gaan nu praten over economische waarde van de natuur alsof dat nu pas speelt, terwijl we onze hele welvaart aan de natuur te danken hebben. We zijn juist schatplichtig aan de natuur.
We weten immers dat het beroerd gesteld is met onze natuur. Juist door overbenutting bungelt Nederland onderaan het lijstje in Europa: van de oorspronkelijke biodiversiteit is nog maar 15 procent over. Ook andere recent verschenen onderzoeken onderschrijven onze zorgen. Ik noem maar de enorme uitstervingsgolf onder insecten, of het toenemende aantal broedvogels dat in Nederland op de rode lijst staat. Maar liefst 44% van onze broedvogels is in de problemen. En wij gaan inzetten op beleven en benutten..
Voorzitter, in de beleidsambities is het weliswaar zoeken naar een doelstelling waar de natuur zelf baat bij kan hebben, maar de 7e ambititie valt dan toch in deze categorie: het creëren van robuuste condities voor diverse natuur. Dit is de enige ambitie die bijdraagt aan beleidsdoel 3.1, wat we met elkaar hebben vastgesteld, gericht op behoud van natuur en biodiversiteit.
Dit actieve soortenbeleid is positief, maar het is nog niet erg uitgewerkt. Voorzitter, ik zou graag van de gedeputeerde een nadere toelichting willen krijgen over hoe dit soortenbeleid verder wordt vormgegeven in concrete acties. Graag een beschrijving van het proces met de bijbehorende tijdlijn.
Voorzitter, we hebben de lijst met aandachtsoorten voor het actief soortenbeleid met belangstelling bekeken. Het valt ons op dat de aandachtssoortenlijst slordig is opgesteld en nog incompleet is. Dit zal ik laten zien aan de hand van twee voorbeelden, die we ook aan de orde willen stellen middels twee moties.
Er ontbreekt bijvoorbeeld een hele diersoortengroep, namelijk de reptielen. Dat lijkt ons een omissie, omdat we in onze provincie wel degelijk ook bedreigde reptielsoorten hebben die baat zouden hebben bij actief soortenbeleid. Er staat overigens wel een reptiel op de lijst, de adder, maar deze is dan weer ingedeeld bij de amfibieën. Wij komen dan ook met een motie waarin wij GS verzoeken om reptielen als soortgroep op te nemen in de aandachtssoortenlijst en de voor Overijssel relevante soorten van rode lijst reptielen hierin op te nemen.
En voorzitter, tot slot:
Een jaar geleden, in de PS vergadering van december 2016, heeft PS de provinciale vrijstellingslijst vastgesteld. Dit is de lijst waarin de soorten staan die in onze provincie zonder ontheffing opzettelijk gedood mogen.
Tijdens de betreffende PS vergadering hebben we opgemerkt dat op deze lijst nog enkele rode lijst soorten staan. Het was een oude lijst die ongewijzigd is overgenomen. De gedeputeerde heeft toen aangegeven de lijst in de eerste maanden van 2017 met de partners te zullen bespreken en aan te passen.
Intussen zijn we een jaar verder en heeft GS nog steeds geen aangepaste vrijstellingslijst aan PS voorgelegd. Nu doet het geval zich voor dat de hermelijn – een van de rode lijst soorten die nog steeds op de vrijstellingslijst staan – ook op de aandachtssoortenlijst staat. Dit zou leiden tot een bizarre situatie waarin we toestaan dat deze dieren zonder ontheffing gedood mogen worden terwijl we voor deze soort tegelijkertijd actief soortenbeleid gaan voeren.
Om deze situatie te voorkomen en nu eindelijk de rode lijst soorten van onze vrijstellingslijst af te halen dienen we een motie in waarmee we besluiten om de bunzing, de wezel en de hermelijn van de provinciale vrijstellingslijst afhalen en waarin we GS verzoeken om deze soorten op te nemen in de aandachtssoortenlijst.
Voorzitter, dank u wel.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Begroting 2018: Balans tussen economie en ecologie
Lees verderBijdrage spoeddebat Lelystad Airport
Lees verder